Ingediend door Nicole op
Sinds de wolf in de buurt is, kom ik deze regelmatig tegen (in gedachten). Hoe bijzonder dat de fictieve ontmoetingen minstens zo intens lijken als het 'echt' oog in oog staan met dit roofdier. Oftewel wat een geweldige droommachine is dit 'leven als mens'.
Op een warme zomerochtend liep ik om 6.00 's ochtends met m'n man door het bos en de weilanden vlakbij. We gingen op zoek naar spechten en vossen. Ineens zag ik in de verte een wolf, met zo'n grijze pluimstaart. 'Kijk een wolf', riep ik. 'Nee joh, dat is een vos', aldus de man. 'Maar hoezo is hij dan niet rossig?', vroeg ik. En zo ging we even door met wat waarnemingen en kennis naar elkaar wapperen. En bleef ieder in z'n eigen verhaal.
Totdat we enkele weken later in het Park De Hoge Veluwe waren en daar een opgezette wolf zagen. JA, nu zaten we in hetzelfde verhaal: we hadden laatst dus echt een wolf gezien, vlakbij huis.
In de buurvrouwen-appgroep volgde kort daarop een alert: Een van de pony's vlakbij was doodgebeten door de wolf. Al snel haalde de wolf ook het nieuws, inclusief een geblurde foto van de doodgebeten pony.
Bij mij bleef een ander beeld hangen. En dat doemt op als ik 's avonds alleen over het bospad naar huis fiets. Had ik eerder nog wel eens een plaatje van een man in de bosjes .... inmiddels zie ik daar de grote grijze wolf staan. Midden op het fietspad. Fier en zeker.
Dat genereert een biochemische en fysieke reactie (adrenaline, dopamine, glucose, een hoge hartslag, zweten, verlaagde spijsvertering etc) bij mij. En een mentale reactie: een lach omdat ik weet dat ik m'n denken beleef en het zo gaaf vind dat DIT dus leven is. Hoe eng en echt het ook lijkt te zijn. Deze 'lach' maakt dat ik 's avonds ook nog steeds het bospad neem. Ik ben benieuwd welke ervaring opkomt als ik daar (schijnbaar) echt oog in oog met de wolf kom te staan.